zondag 20 april 2014

Reflectie

Ik vond het toch een aangenaam boek om te lezen, ondanks de vele stukken waar er niet echt iets te beleven valt. Gelukkig was er genoeg humor, zodat het toch nog interessant blijft om te lezen.

Nu wou ik toch nog eens opzoeken wat styx betekent, en kwam bij het volgende.

StyxIn de Griekse mythologie: de rivier die de bovenwereld of aarde scheidt van de onderwereld of Hades.



Raar dat ik dat niet gevonden heb de eerste keer dat ik de betekenis van het woord zocht.

Als ik nog eens kijk naar de voorkaft heb ik nog steeds wat vragen. Ik weet nog altijd niet wat het echt moet voorstellen, maar enkele afbeeldingen kan ik wel in het verhaal plaatsen.

Dan wil ik ook nog even reflecteren in hoever ik de opdracht juist heb uitgevoerd qua timing.
In de periode tussen 3/02 en 21/04: check
In totaal verwerk je 10 berichten: check (perfect 10 uitgezonderd welkom en reflectie)
Plaats minimum 3 keer per week een nieuw bericht: half check Minimum 3 keer per week & in totaal 10 berichten, dat maakt dat je alles mag doen in ongeveer 3,33 weken, ongeveer 23 dagen: check. Alleen de eerste week heb ik slechts 2 berichten.
Werk regelmatig aan je weblog: half check, het is op het einde van de periode, maar zie bovenstaande voorwaarde.

 Ik vond het wel een leuke opdracht, ook al had ik meer plezier in het aanpassen van het ontwerp van de weblog dan het lezen en schrijven.

... meer hoop dan zekerheid dat er aan de andere oever op mij wordt gewacht. En verder niks.

En verder niks. Ik voel het einde van het boek aankomen.
Désiré zijn dochter, Charlotte, bezoekt hem. Ik wou er even wat grappige stukken uithalen.
'Eigenlijk heb ik eventjes geen ander verlangen nu, dan dat ik deze jaren fastforwarden kon, er beleeft toch niemand lol aan, ik niet, jullie niet, niemand.'
Een goed moment voor een scheet, vond ik.
(…)
'Zoals uiteindelijk niets uit een mensenleven er aan het einde nog toe doet. Vergeet Tartini, vergeet Schubert. Song for a guy zal het zijn en daarmee basta.'
Een veel beter moment voor een scheet, maar mijn orgeltje liet mij in de steek en blies niet meer.

'Je bent de eerste aan wie ik het vertel, maar het lijkt mij dat je een geheim kan bewaren.'
O, nog de humor weten te bewaren ook!

En dan op pagina 124, komt Désiré erachter dat Rosa hoogstwaarschijnlijk overleden is. Dat maakt dan dat ze 29 pagina's in het verhaal is geweest, en laten we eerlijk zijn, veel is er niet gebeurd.
Dan is het ook de beurt aan Désiré.
Ik bedenk me graag het tafereeltje waarbij Moniek in haar keuken staat, aan de vaat, in haar roze voorschoot. Ze verneemt dat ze zopas weduwe is geworden, hope, hiep, hiep, want dat haar man uit zijn venster naar beneden is geflikflakt toen hij de vogels aan het voederen was. Het is snel gegaan, dat doet vallen namelijk altijd, en men heeft reden om aan te nemen dat meneer niet te veel heeft geleden.
Zo zou het kunnen, mogen, moeten zijn.
In eenzelfde moeite bedenk ik mij mijn oude kameraden, gebogen boven hun petanqueballen. Ze bediscussiëren luidruchtig de spelsituatie, de lintmeter moet uitsluitsel brengen over winst of verlies. En dan schiet Roland het nieuwtje te binnen dat hij eigenlijk meteen had willen vertellen maar dat hem door de schoonheid van de avond tijdelijk was ontgaan, en zegt, terwijl de discussie over de millimeters onverwijld verdergaat:
'Moeten jullie nu eens weten...'

Een mooie overgang van zijn leven naar zijn dood.

zaterdag 19 april 2014

... het verlangen naar een T-shirt met het opschrift HET LEVEN BEGINT BIJ 74 ... (2)

Even verder lees ik dat er een soort van koor is binnen het tehuis. Een van de liedjes is de befaamde 'Stanza van Tante Bonanza'. Blijkbaar is dit dus een lied, en betekent stanza hier misschien toch stuk van een gedicht. Het valt wel weer op dat het pas aan bod komt nadat er een ander stuk van de zin is toegevoegd (een T-shirt met het opschrift HET LEVEN BEGINT BIJ 74).
Veel verrassends was er weer niet echt te lezen. Er worden o.a. enkele activiteiten beschreven. Maar op het einde van pagina 107 kwam ik een leuk stukje tegen.
Maar hijzelf dacht daar heel anders over en sloeg mij geheel onverwachts compleet uit mijn lood met de woorden: 'Je bent niet goed bezig. Ik zou beter uit mijn doppen kijken als ik jou was, want één dezer dagen loop je tegen de lamp.'

Hola, dit wordt nog interessant. *slaat bladzijde om*
Aan gekken geen gebrek, nergens, dus hier al helemaal niet.
'Pardon?', zei ik, niet helemaal op mijn gemak.
'Het valt op dat je doet alsof. Je legt het er veel te dik op.'
'Hoe bedoel je?'
'Je weet wat ik bedoel. Je doet aan overacting. Echt een derderangsacteur. Jij hebt jouw bovenkamer nog beter op orde dan je hoopt uit te stralen naar buiten toe.'
'Wow! Dus dat maakt dat jij ook...'

Ongelooflijk. Ik was volledig van mijn melk. Ontmaskerd door zo'n verfomfaaid, viezig ventje.

Zijn motivatie om de rest van zijn leven door te brengen als een dementerende was de middelmatigheid.

De vijf meest weerkerende punten die stervenden zichzelf verwijten zijn, ten eerste, dat ze te veel hebben gewerkt. Ten tweede, dat ze te veel hebben geleefd volgens de verwachtingen van anderen. Ten derde, dat ze de contacten met hun vrienden hebben verwaarloosd. Ten vierde, dat ze zichzelf onvoldoende gelukkig hebben gemaakt. En ten vijfde, dat ze te weinig hun gevoelens hebben geuit... Dat vijfde en laatste punt kan mij persoonlijk niet zo veel bommen, maar ik kan de grote lijnen van mijn level wel terugvinden in die vier andere ergernissen. In punt twee nog het meest...

Daarna zei ook Désiré waarom hij dit doet.
'Het leven scheen sneller te gaan dan de gedachten', oreerde ik veel te plechtstatig. 'En voor hij een besluit had genomen was hij een oude man...'

Dit verklaart min of meer de titel van het boek. Volgens mij bedoelt Verhulst met de titel van dit boek dat Désiré zijn een groot stuk van zijn leven heeft geleefd op een manier die hij liever anders zou zien. En met de beslissing om zich voor te doen als een dementerende en zo in het tehuis terechtkomt, verlost hij zichzelf van dat armzalige leventje. Maar hij is al 74 en zou al veel vroeger moeten veranderd zijn van levensstijl. Daarmee 'De laatkomer'.

vrijdag 18 april 2014

... het verlangen naar een T-shirt met het opschrift HET LEVEN BEGINT BIJ 74 ... (1)

'Het verlangen naar een T-shirt met het opschrift 'HET LEVEN BEGINT BIJ 74'. Ik ben niet zeker wat er hier mee bedoelt wordt. In het begin van het boek heb ik gelezen dat het zijn 74ste verjaardag is. Misschien kan hij beginnen leven nu dat hij niet meer met Moniek moet samenleven, maar hij zit in een tehuis, veel valt er daar niet te beleven.
Ze had ook de eigenaardige tic deze bloemen of struiken te moeten aanraken voor de camera. Heel lullige foto's leverden dat op, een vrouw die stokstijf met een bevroren tandpastareclameglimlach de lens aangaapt en onderwijl in een mimosa knijpt.

Een tube tandpasta voor de zottigheid dus.
Men kon mij niet blijven platspuiten en suf voederen. Of vastbinden; een onterende praktijk die tot mijn immense verbazing nog altijd gangbaar is en lelijk pijn aan mijn enkel- en polsgewrichten.

Nog een beetje commentaar op onze maatschappij, bij het minste worden mensen soms platgespoten en krijgen pillen. Soms niet meer dan oplichterij om geld te krijgen.
En daar komt het dan, op pagina 95 vertelt Désiré over Rosa Rozendaal die hij opeens ziet in de refter van het tehuis. Ik heb er lang op gewacht en nu kan ze nog 45 pagina's meespelen in het verhaal. Waarschijnlijk zullen het weer allemaal gedachten zijn over wat hij allemaal doet of deed, grappige uitspraken en kritiek op allen en nog wat. Enfin, we zullen zien.
Vandaar dus dat ik mijn radio gaarne achterlief voor een namiddagje bingospel, of, van hetzelfde niveau, ganzenbordspel, hopend ook Rosa daar aan te treffen.

Ganzenbordspel... Dit doet me terug denken aan de voorkaft. Na die even te bekijken zie ik een roos op nummer 22. Rosa, roos...

donderdag 17 april 2014

... de Stanza van Tante Bonanza ...

Stanza van Tante Bonanza... Na even opzoeken is stanza Italiaans voor kamer (ofwel een deel van een gedicht, maar dit zal het niet zijn). Ik weet nog altijd niet wat deze intro overal staat de doen. Er zijn geen hoofdstukken in het boek, dus neem ik deze onderbrekingen dan maar als scheiding tussen ingebeelde hoofdstukken.
Désiré maakt hier een MMS-examen bij de doktor om te weten of hij echt aan het dementeren is of gewoon verstrooidheid. 

Uit wikipediaDe Mini–mental state examination (MMSE) is een screeningsinstrument waarmee een globale indruk van het cognitief functioneren van ouderen kan worden verkregen aan de hand van een aantal vragen.



Ik heb dan eens gezocht op afbeeldingen van zo'n examen en de vragen komen goed overeen met wat Verhulst schrijft in zijn boek. Hij heeft mooi zijn huiswerk gemaakt.

De ochtend net voordat hij naar het tehuis zou gaat, at hij een boule de Berlin. Wel merkwaardig dat het gedeelte met 'boule de Berlin' toegevoegd werd bij het vorige hoofdstuk, maar er nu pas iets over in staat.

Marie-Louise uit nummer 31 was de enige van het gezelschap die ongegeneerd op straat stond en zowat de helft van haar gezicht in een zakdoek stak. Ook zij bestond voor zestig procent uit water, en dat moest er die ochtend allemaal langs boven uit, precies.

Fun fact: Hier zie ik voor het eerst zijn achternaam (toch dat ik
me kan herinneren); Cordier.

maandag 14 april 2014

... een schonere troost dan deze die ik kon vinden in een boule de Berlin ...


Voordat ik begon te lezen wou ik toch eerst opzoeken wat een boule de Berlin is. Blijkbaar dus een gebakje (zie foto).

foto boule de Berlin

Ik liet mijn eigen, convenabele kleren hangen aan de kapstok en verliet als een treurige carnavalsfiguur (pleonasme!) het pashok.

Deze woorden moest ik toch even opzoeken.

Convenabelegeschikt, passend

PleonasmeHet gebruiken van meer woorden dan nodig om iets uit te leggen, bijvoorbeeld 'houten boom'.



Hierin kon ik echter niet volgen. Bedoelt Verhulst dat hij alle carnavalsfiguren treurig vindt?

Wat kon het de burger schelen dat die winkel met babyartikelen voor adolescenten werd beroofd van een paar afzichtelijke meters stof. Geen groot verlies, toch?

Een geweldig stukje kritiek op de jeugd. Na een kleine witruimte vertelt het verhaal weer vanuit het heden, in het tehuis. Rare overgang die misschien wat beter kon. Hoe dan ook, er stond iets in van een nagemaakte bushalte. Deze staat ook op de cover van het boek, nummer 17. Ik heb nog geen flauw benul hoe de volgorde bepaald is en wat die nummers moeten voorstellen. Misschien kom ik dat later wel te weten.


Na even verder te lezen, zag ik dat Désiré de bushalte beschreef die in de tuin van het tehuis staat, waar hij eerst nog moet proberen in te geraken. Als Verhulst het verhaal wilt vertellen uit de gedachten van Désiré, is dat wel redelijk gelukt omdat je in gedachten veel verspringt van plaats/tijd/gebeurtenissen. In dat opzicht is het wel goed, maar als je het moet lezen als in een boek is het wat minder.

Verder ging het weer over hoe hij zijn dementie fakete en allerlei dingen deed om zo goed mogelijk als een demente over te komen. Dat stuk vond ik best leuk om te lezen, allerlei zaken die hij deed. Het past in het verhaal (bij sommige pagina's vroeg ik mij af waarom dit per se in het boek moest komen, omdat het niet echt iets te maken heeft met het verhaal) en natuurlijk omdat er wat gelachen mee kan worden. Niet noodzakelijk een bulderende lach, maar een kleine glimlach binnenin kan ook wonderen doen en aanzetten om verder te lezen.

En dus stond ik in het zwartst van de nacht op, zo fris als een vis, smeerde me een burcht boterhammen bij elkaar, nam een lekker bad, bij voorkeur jodelend, mij royaal inzepend met zonnecrèmes en zelfbruinende bodymilk, om dan nog wat televisie te kijken.

zondag 13 april 2014

... broodkruimels ... (2)

Eindelijk nog een stuk tekst dat goed bij het verhaal past. Ik kom hier te weten hoe Désiré zijn plan uitvoerde.

In plaats van de vuilzak buiten te zetten, plaatste ik de wasmand op de stoep (die tot grote woede van mevrouw De Petter ook nog eens verdween), vers gekocht brood voerde ik ogenblikkelijk aan de vogels, inde douche stond ik met mijn kousen aan, de vuile vaat stak ik in de wasmachine (afradertje: maakt een hels lawaai dat vervolgens wordt overtroffen door een snerp gekeel van je eegade die het porseleinen eetservies van haar ouders naar de klingelklangel zie gaan in een wasprogramma voor katoenen hemden). Ik deed tomatensoep in de koffiethermos, hing theezakjes in de wc-pot, draaide op het hondst van een zomermiddag de verwarming helemaal open...

Verder heb ik nog moeten lachen met onderstaande tekst, een van die stukken die me toch nog doet verder lezen.

Het was geen vulgaire sheet, Ik bedoel, ik heb niet bepaald extra zitten persen om mijn mogelijkheden als petomaan te etaleren. Evenmin betrof het een stinkbom die blijvende schade op de luchtwegen zou veroorzaken bij allen die haar odeuren hadden opgesnoven. Neen, gewoon een ordinaire wind waarvan er dagelijks miljarden roemloos worden geboren uit het verluchtingshol van mens en dier, en die allerminst de kracht kon hebben om een man en een vrouw uit elkaar te drijven.

Nu dat ik dit stuk overtyp, komt er opeens in mijn gedachten dat er op de voorkaft een scheet afgebeeld staat. Op nummer 36 om precies te zijn. Misschien staan deze nummers voor zijn leeftijd en stelt dat bord zijn levensweg voor. Maar dat eindigt op 63 en ik heb in het begin gelezen dat het zijn 74ste verjaardag was, dus waarschijnlijk toch niet.

zaterdag 12 april 2014

... broodkruimels ... (1)

Ik maak in dit stuk kennis met zijn kinderen, met de gepaste hilariteit. Ook krijg ik te horen hoe graag zijn vrouw hem vernedert.

'Zeg, kan iemand hier toevallig iets mee doen? Erectiepilletjes! Ze zijn voorgeschreven voor vader, maar hij denk alleen nog aan zichzelf en weigert ze te nemen!'

En dan volgt een stukje die vertelt over zijn vrouw die haar beklag doet over het liefdesleven. Weer een typisch cliché, gevolgd door een verhaal van hoe hun liefdesleven geweest is, en hoe ze niet overeenkwamen. Nog altijd weet ik niet echt waar het naartoe gaat. Gelukkig kan het gebruik van humor mij nog wat motiveren om verder te lezen. Veel valt er niet over te zeggen, denk gewoon aan enkele clichés. Maar op het einde van dit stuk is er te lezen dat hij een eerste zet doet om zijn dementie te faken. Dan gaat dit stuk toch nog ergens naartoe.

Mijn voorstelling was begonnen. Het voorprogramma

woensdag 9 april 2014

... de wondere herinnering aan een innige kus die ik evenwel nooit heb gekregen ...

Er wordt in dit stuk verteld over begrafenissen waar hij naartoe ging en er wordt een beetje gelachen met al de typische elementen tijden een begrafenis.

'Hier staan we dan weer, zie!' En dan de onvermijdelijke vragen. 'Hoe oud was hij?' ... Negenenzeventig? ... Acht, dat is veel te vroeg om te moeten vertrekken,in deze tijden toch, maar ja, wat doen we d'r aan?

Het is wel leuk om te lezen omdat er hier en daar wat grappige stukken staan, maar ik vind dat het weer een willekeurig stuk is dat eigenlijk niet veel te maken heeft met het verhaal. Tenzij het verhaal gaat over een oude man die dementie faket en wij nu al zijn gedachten te horen krijgen, wat ik begin te denken (en in dat geval: waar gaat dit verhaal naar toe?). Er wordt ook gesproken over ene Rosa Rozendaal, een meisje waarmee Désiré lang geleden eens had gedanst tijdens een feest. Ik vermoed dat zij de oude jeugdliefde is die straks weer in het verhaal zal opduiken als een dementerende bejaarde.

zondag 6 april 2014

... een verdwaald citaat van Joseph Roth ...

Hierbij wou ik toch even wat citaten van Joseph Roth opzoeken.

Our living room had a clock in it that used to clear its throat before striking the hours. He is that harrumphing.
Only the small things in life are important

― Joseph Roth


In dit stuk wordt ook een typisch cliché omschreven van een (getrouwd) koppel. De man heeft een bezigheid dat de vrouw aanziet als een bezigheid voor leeggangers, en de man wilt niet mee gaan shoppen met de vrouw. We komen te weten dat zijn vrouw Moniek (Monique) heet en dat zij nogal veel commentaar heeft op zijn leven. Er wordt ook verteld dat de bejaarden worden volgepropt met versuffende preparaten, zodat hij braaf in zijn kamertje voor de kijkbuis kan indommelen en het personeel geen enkele avondactiviteit meer hoeft te organiseren. Verhulst wil volgens mij hiermee zeggen dat in de ogen van de meeste mensen een last is om voor alle bejaarden te zorgen, en dat het geen verschil zou maken ofdat ze nu nog zouden leven of niet.

woensdag 2 april 2014

Ik steek de styx over en ik neem mee: een tube tandpasta (voor de zottigheid) ...


Al op de eerste pagina krijgen we te weten waarover het verhaal gaat. Om toch even het hoofdpersonage te beschrijven: Het is een man van 74 (het is zijn verjaardag) en draagt de naam Désiré. Het verhaal wordt verteld vanuit zijn gedachtegang. Ik geloof dat ik niet zo veel actie moet verwachten, maar wel een aantal hilarische uitspraken. Er worden ook wat meningen gegeven over hoe het eraan toegaat in een bejaardentehuis.

Dat vreselijk geroep altijd. Het personeel, dat er voor het gemak van uitgaat dat elke oude knar potdoof is, heeft na een loopbaan van vijf jaar knobbels op de stembanden.
(...)
Sommige bejaardenwerkers zijn het zodanig gewoon te loeien en blèren dat ze geen gesprekken op een aanvaardbaar geluidsvolume meer aankunnen.
Ik kon me ergeren aan die bizarre gewoonte van 'r om in de eerste persoon meervoud te spreken. Had zij dit soms meegekregen in haar opleiding, en zo ja dan was ik wel nieuwsgierig naar de hele filosofie achter die regel?

Dat gezegd zijnde, wil ik ook wel weten welke filosofie daarachter schuilt.
Verhulst geeft ook wat kritiek op de maatschappij, hoe we kijken naar andere mensen.

En word je als geesteszwevende zeventiger niet aanschouwd als een pechvogel, dan op z'n minst als iemand die kreeg wat hij verdient. Je wordt ervan verdacht bij leven en welzijn te weinig visolie te hebben gegeten, te weinig noten ook. Je gaf de voorkeur aan soapseries op boeken met ingewikkelde verhaalplots, je dronk meer alcohol dan lief was voor je hersencellen, je trok je neus op voor kruiswoordraadsels en las nooit een krant in een andere taal. Jij bent het die je brein liever lui dan moe hield, de inspanning om deftig met de nieuwste technologieën te leren werken bracht je niet meer op. Dat je dement werd heb je enkel en alleen maar aan jezelf te danken! Zo kijken sommigen je aan.

Wat ik me afvraag is wat er zoal gaat gebeuren. Omdat ik de achterflaptekst al gelezen had, weet ik dat er opeens een demente jeugdliefde opduikt. Maar zullen het 140 pagina's zijn die beschrijven wat er allemaal gebeurt in het tehuis?

maandag 31 maart 2014

Welkom

In deze blog zal ik mijn leeservaringen delen terwijl ik het boek "De laatkomer" van Dimitri Verhulst lees. Dit is een opdracht die mijn klasgenoten en ik hebben gekregen van onze leerkracht Nederlands. Zelf zou ik niet direct een boek in handen nemen, maar als ik aan het lezen ben, en het is een goed boek, lees ik wel graag verder.
Ik heb nog geen werken van Dimitri Verhulst gelezen of bekeken (toch niet dat ik weet), maar ik heb wel al gehoord van 'De helaasheid der dingen'. Ik zal wel meer te weten komen omdat een ander deel van de opdracht bestaat uit het opzoeken van biografische informatie, en deze ook op de webblog te plaatsen.


Achterflaptekst

Om zich alsnog te kunnen verzoenen met zijn leven, verlaat Désiré Cordier het pad zoals dat richting graf voor hem was uitgestippeld. Hij neemt wraak op zijn matte, liefdeloze burgermansbestaan door te doen alsof hij dementeert. Zijn gevoel van eigenwaarde, dat door zijn huwelijk was aangetast, wint hij terug als hij op een heugelijke dag, gezond en wel, in een tehuis voor seniele bejaarden wordt geplaatst. Hij belazert de kluit op virtuoze wijze door zich voor te doen als een demente en incontinente grijsaard die op zijn einde afstevent. De rol van zijn level, en die wordt nóg veelbelovender als er opeens een demente jeugdliefde in het tehuis opduikt.

Mede mogelijk gemaakt door Blogger

Sjabloon Simple - Aangepast door Robin C.