En verder niks.
Ik voel het einde van het boek aankomen.
Désiré zijn
dochter, Charlotte, bezoekt hem. Ik wou er even wat grappige stukken
uithalen.
'Eigenlijk
heb ik eventjes geen ander verlangen nu, dan dat ik deze jaren
fastforwarden kon, er beleeft toch niemand lol aan, ik niet, jullie
niet, niemand.'
Een goed moment voor een scheet, vond ik.
(…)
'Zoals uiteindelijk niets uit een mensenleven er aan het einde nog toe doet. Vergeet Tartini, vergeet Schubert. Song for a guy zal het zijn en daarmee basta.'
Een veel beter moment voor een scheet, maar mijn orgeltje liet mij in de steek en blies niet meer.
Een goed moment voor een scheet, vond ik.
(…)
'Zoals uiteindelijk niets uit een mensenleven er aan het einde nog toe doet. Vergeet Tartini, vergeet Schubert. Song for a guy zal het zijn en daarmee basta.'
Een veel beter moment voor een scheet, maar mijn orgeltje liet mij in de steek en blies niet meer.
'Je bent de
eerste aan wie ik het vertel, maar het lijkt mij dat je een geheim
kan bewaren.'
O, nog de humor weten te bewaren ook!
O, nog de humor weten te bewaren ook!
En dan op
pagina 124, komt Désiré erachter dat Rosa hoogstwaarschijnlijk
overleden is. Dat maakt dan dat ze 29 pagina's in het verhaal is
geweest, en laten we eerlijk zijn, veel is er niet gebeurd.
Dan is het ook
de beurt aan Désiré.
Ik bedenk me
graag het tafereeltje waarbij Moniek in haar keuken staat, aan de
vaat, in haar roze voorschoot. Ze verneemt dat ze zopas weduwe is
geworden, hope, hiep, hiep, want dat haar man uit zijn venster naar
beneden is geflikflakt toen hij de vogels aan het voederen was. Het
is snel gegaan, dat doet vallen namelijk altijd, en men heeft reden
om aan te nemen dat meneer niet te veel heeft geleden.
Zo zou het kunnen, mogen, moeten zijn.
In eenzelfde moeite bedenk ik mij mijn oude kameraden, gebogen boven hun petanqueballen. Ze bediscussiëren luidruchtig de spelsituatie, de lintmeter moet uitsluitsel brengen over winst of verlies. En dan schiet Roland het nieuwtje te binnen dat hij eigenlijk meteen had willen vertellen maar dat hem door de schoonheid van de avond tijdelijk was ontgaan, en zegt, terwijl de discussie over de millimeters onverwijld verdergaat:
'Moeten jullie nu eens weten...'
Zo zou het kunnen, mogen, moeten zijn.
In eenzelfde moeite bedenk ik mij mijn oude kameraden, gebogen boven hun petanqueballen. Ze bediscussiëren luidruchtig de spelsituatie, de lintmeter moet uitsluitsel brengen over winst of verlies. En dan schiet Roland het nieuwtje te binnen dat hij eigenlijk meteen had willen vertellen maar dat hem door de schoonheid van de avond tijdelijk was ontgaan, en zegt, terwijl de discussie over de millimeters onverwijld verdergaat:
'Moeten jullie nu eens weten...'
Een mooie
overgang van zijn leven naar zijn dood.